Belle Époque in Frankrijk (1880-1914)

  • Cursusnummer: 24ZN-1G13
  • Vakgebied: Kunst- en cultuurgeschiedenis
  • Locatie: Groningen
  • Seizoen: 2024-najaar
  • Dag: Dinsdag
  • Inschrijven voor: di 17 sep. 2024
  • Tijd: 11.15-13.00 uur
  • Cursusdata: 1 oktober t/m 26 november, 29 oktober vervalt
  • Prijs: € 212.00
  • Aantal colleges: 8
  • Werkvorm: Hoorcollege met ruimte voor vragen en discussie

Belle Époque in Frankrijk (1880-1914)

Chique dames en heren die naar de net gebouwde Opera gaan, sportieve heren die de eerste Tour de France volgen of in de eerste automobielen naar de eerste badplaatsen reizen. Vrede, welvaart, onbezorgdheid… De moderne lichtstad Parijs wordt het intellectuele en artistieke middelpunt van de wereld en de hoofdstad van het uitgaansleven. Montmartre, Pigalle, Moulin Rouge en de Eiffeltoren worden wereldberoemd. 
Maar was deze Belle Époque wel zo mooi voor iedereen?

De benaming Belle Époque ontstond in Frankrijk na het bloedbad van de Eerste Wereldoorlog  (1914-18) en refereert aan het verloren paradijs van een lange periode van vrede, onbezorgdheid, economische welvaart en talrijke technologische, wetenschappelijke en culturele innovaties, vooral in de jaren 1895-1914. De wereldtentoonstelling van 1900, vitrine van Franse macht en prestige, trekt 50 miljoen bezoekers. 
Op cultureel gebied valt de opkomst van de filmindustrie op, evenals nieuwe stromingen in de literatuur, de muziek en de schilderkunst (o.a. impressionisme, fauvisme) en zijn het de hoogtijdagen van de Art Nouveau (Franse Jugendstil). De Belle Époque markeerde tevens het ontstaan van de populaire cultuur en de vrijetijdsbesteding. 
Maar aan de andere kant werd deze gouden tijd ook gekenmerkt door het harde leven en de uitbuiting van fabrieksarbeiders en mijnwerkers en door prostitutie, alcoholisme en geslachtsziekten. Er vonden harde sociale conflicten en anarchistische terroristische aanslagen plaats en de Dreyfusaffaire scheurde families uiteen.

 
Programma
 
1.    Vrede en welvaart; de verschillende sociale klassen; de opkomst van de bourgeoisie.
2.    De Derde Republiek; het koloniale rijk; nieuwe politieke stromingen; vrouwenemancipatie.
3.    Het geloof in de vooruitgang. De Parijse wereldtentoonstellingen en hun gevolgen op het stadsaanzicht (o.a. Eiffeltoren, metro, stations …). 
4.    Vrijetijdsbesteding, begin van het toerisme.
5.    Parijs als hoofdstad van het uitgaansleven (en van de prostitutie).
6.    Nieuwe stromingen in de schilderkunst en de literatuur. Art Nouveau, muziek, dans (Ballets Russes).
7.    De erbarmelijke situatie van arbeiders, sociale strijd. Alcoholisme en geslachtziekten.
8.    Dieptepunten: de Dreyfusaffaire, anarchistische terroristische aanslagen. Het selectieve geheugen over deze periode.

 
 Afbeelding: 'Le bar de Maxim's' , Pierre-Victor Galland (wikipedia)

Alberte Roué
Drs Alberte Roué was docent Franse taal en cultuur aan de RUG. Zij verzorgt al vele jaren cursussen voor de HOVO en het Institut français.