De Westerse architectuurgeschiedenis

Vanaf de renaissance t/m 2024

  • Cursusnummer: 24ZN-2F04
  • Vakgebied: Kunst- en cultuurgeschiedenis
  • Locatie: Leeuwarden
  • Seizoen: 2024-najaar
  • Dag: Donderdag
  • Inschrijven voor: do 19 sep. 2024
  • Tijd: 14.00-16.15 uur
  • Cursusdata: 3 oktober t/m 21 november, 31 oktober vervalt
  • Prijs: € 188.00
  • Aantal colleges: 7
  • Werkvorm: Hoorcollege
  • Opmerkingen:

    De powerpoint van deze cursus wordt niet beschikbaar gesteld

De Westerse architectuurgeschiedenis

Voor de staat en de kerk was de bouwkunst lang de ideale uitdrukking van autoriteit, religie en de gemeenschap, maar ook de Amsterdamse kooplieden lieten graag zich ’ryen van paleyzen’ bouwen. De grote opgave van de 20e eeuw was de woning- en stedenbouw. Op het moment daarentegen verrijzen weer de meest fantastische openbare gebouwen zoals de nieuwe musea.

De renaissance en de barok uit Italië hebben in West en Noord-Europa overal lokale varianten, wat zelfs uitmondt in de weelderige rococo. Eind 18e eeuw ontstaat als reactie daarop dan weer het ernstige neoclassicisme. Het is vooral in de loop van de 19e eeuw dat we op grote schaal nieuwe typen gebouwen gaan zien zoals bibliotheken, spoorstations en appartementsgebouwen ten behoeve van de zich ontwikkelende burgerlijke samenleving. Ook worden in deze tijd nieuwe technieken toegepast, zoals het ijzer, wat aanvankelijk nog werd weggewerkt achter façades met architectuurstijlen uit het verleden. Zelfs de eerste generatie wolkenkrabbers in Amerika werden gebouwd in historische stijlen uit Europa. In de 20e eeuw leidt het nieuwe bouwen tot een echte breuk met de historische stijlen, een breuk die pas rond 1980 met het postmodernisme weer wordt hersteld.  

Een belangrijk aandachtspunt in dit college zijn de ontwikkelingen in de 17e eeuwse Republiek en de nieuwe architectuur in Nederland vanaf 1900 zoals Berlage, de Amsterdamse School, De Stijl en de woningbouw. Ander aandachtspunt is de moderne bouwkunst eind 19e (art nouveau) en de 20e eeuw en de actualiteit van de 21e eeuw.
 

extra informatie

In de Italiaanse renaissance herontdekt men de regels van de Oudheid waardoor de bouwkunst tot grote bloei komt. Ook in het noorden vinden de klassieke principes geleidelijk ingang in de lokale bouwtradities. Ook de 17e eeuwse barok uit Italië heeft in West en Noord-Europa overal lokale varianten, wat zelfs uitmondt in de weelderige rococo. Eind 18e eeuw ontstaat als reactie daarop dan weer het ernstige neoclassicisme. 

We bestuderen de bouwkunst vanaf de renaissance tot heden in relatie tot de functie van architectuur en de historische ontwikkelingen. Een belangrijk aandachtspunt zijn de ontwikkelingen in de 17e eeuwse Republiek en de nieuwe architectuur in Nederland vanaf 1900 zoals Berlage, de Amsterdamse School, De Stijl en de naoorlogse woningbouw problematiek. Andere aandachtspunten in deze architectuurgeschiedenis zijn het inrichten van de openbare ruimte, de moderne bouwkunst van eind 19e (art nouveau) en de 20e eeuw en de actualiteit van de 21e eeuw.

Henri Labrouste, Bibliothèque Ste Geneviève, 1843-50, Wikimedia Commens

Johan Holtrop
Drs. J. Holtrop is kunsthistoricus en werkt als docent voor verschillende instellingen waaronder HOVO Noord-Nederland