Hollandse schilderkunst in de Gouden Eeuw
Wie kent ze niet? De wereldberoemde schilderijen van Hollandse meesters zoals Frans Hals, Pieter de Hooch, Jacob van Ruisdael en Johannes Vermeer. In deze cursus behandelen we de specialismen van het landschap, genrestuk, portret en stadsgezicht. Welke betekenissen gaan mogelijk schuil achter de schilderijen en hoe leefden deze vermaarde kunstenaars?
Na de Reformatie, de beeldenstormen en de stichting van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden zijn kerk en hof als belangrijkste opdrachtgevers weggevallen. Er ontstaat een vrije kunstmarkt en kunstenaars specialiseren zich in uiteenlopende genres om de concurrentie het hoofd te bieden.
Van Honthorst en andere Utrechtse caravaggisten introduceren de barokstijl van Caravaggio in Utrecht. De riviergezichten van Van Goyen genieten grote populariteit en in de landschappen van Van Ruisdael voltrekt zich een revolutionaire ontwikkeling.
Genretaferelen van Steen, Vermeer en De Hooch wekken de indruk dat het dagelijkse leven op betrouwbare wijze is uitgebeeld. Of is het ‘schijnrealisme’ en bevatten deze schilderijen morele boodschappen? Meesterlijk portretschilder Hals vervaardigt officiële portetten, genreportretten en groepsportretten.
Het stadsgezicht komt als laatste genre tot bloei. Vermeer schildert zijn beroemde ‘Gezicht op Delft’ en ‘Het straatje’. Berckheyde de voorname nieuwbouw aan de Herengracht in Amsterdam.
Van enkele schilderijen bespreken we de restauratie en het materieel technisch onderzoek.
Programma
In zes hoorcolleges komen de volgende onderwerpen aan bod:
ontstaan genreschilderkunst, landschap, genrestuk, portret en stadsgezicht.
Kunstenaars die worden behandeld zijn o.a.: Gerrit Berckheyde, Pieter Bruegel de Oude, Hendrick ter Brugghen, Jan van Goyen, Frans Hals, Jan van der Heyden, Gerard van Honthorst, Pieter de Hooch, Jacob van Ruisdael, Pieter Saenredam, Jan Steen en Johannes Vermeer.
